Uit eten bij de Pelgrim Foodbar

U heeft ons een tijdje moeten missen. In het afgelopen jaar zijn P. en ik wel een paar keer samen uit eten geweest. Gezellig, maar geen eetervaringen die de website hebben gehaald. We hadden het te druk met ander werk, maar de meeste restaurantbezoeken waren ook niet echt om over naar huis te schrijven – middelmatig, dertien in een dozijn, of: kunnen we zelf beter – laat staan dat we u ermee lastig wilden vallen.

Maar in datzelfde voorbije jaar zijn er veel nieuwe restaurants in Nijmegen bijgekomen (en niet alleen in de categorie lunchrestaurant die als een schimmel aan het woekeren is geslagen). Bij een enkele zijn we los van elkaar al eens geweest en we merkten dat onze smaakpapillen weer met enige regelmaat werden uitgedaagd. De kwaliteit vonden we vaak opvallend hoog. En dus gaan we de komende maanden een aantal van deze restaurants samen bezoeken. Op 19 februari trappen we de tournee af met een bezoek aan De Pelgrim Foodbar, de opvolger van het door ons zeer gewaardeerde Plaats 1, gevestigd in de Commanderie van St. Jan.

Van het heldere interieur van Plaats 1 is niet veel overgebleven. Over de inrichting van de zaak na de verbouwing begin 2018, lezen we op www.depelgrimnijmegen.nl: warm en kleurrijk. Ik heb hier al twee keer gegeten en vind het prachtig. ‘Niet onaardig’, is P.’s frisse, maar wat zuiniger oordeel.

Als ik binnenkom zit P. al achter een dubbele oude jenever. Niet de forte van de overigens vriendelijke en nijvere jongeman van de bediening. Het heeft wat voeten in de aarde en het advies van een blijkbaar meer ervaren medewerkster voor de jenever boven tafel komt. P. heeft spijt dat hij een ouwe heeft gevraagd. De Pelgrim schenkt een modale oude Bokma, terwijl er op de rijk gevulde drankenschappen ook ergens een fles jonge jenever moet staan van de pal onder het restaurant gelegen Brouwerij De Hemel. Voor een volgende keer dan maar. De bieren van de brouwerij heeft de Pelgrim wel goed in het zicht op de tap en ik heb dus lekker snel een ‘Hemels’ biertje voor me staan.

Het restaurant is voor een doordeweekse dinsdagavond in februari goed bezet. De bediening wordt aan het begin van de avond nog door twee personen gedaan maar vanaf half acht is er nog één gastheer over die lekker vlot en in een flink tempo alle tafels voorziet van de bestelde hapjes en drankjes.

Het woord ’hapjes’ is niet denigrerend bedoeld. Net als voorheen Plaats 1 voert De Pelgrim een kaart met kleinere gerechten, formaat voor- of tussengerecht. Volgens onze gastheer heb je aan drie tot vier van deze gerechtjes, samen met een extra bijgerecht (frites, salade seizoengroenten) echt voldoende. We kiezen een aantal gerechtjes uit de eclectische kaart die de keukens van Peru en Vietnam combineert met die van Indonesië, Thailand, Marokko en Turkije – om er een paar te noemen.

We wachten rustig af, onderwijl wat mijmerend over de nieuwe naam van het etablissement. ‘Goed gekozen’, vindt P. ‘De Commanderie is immers eind twaalfde eeuw gebouwd als - onder meer - een hospitium waar vermoeide pelgrims even op adem konden komen, onderweg naar Kevelaer, Rome, Assisi, Santiago de Compostella, of god mag weten welke andere heilige bestemming – er waren er nogal wat in het hart van de middeleeuwen. De naam van het restaurant sluit dus mooi aan bij de gastvrije roots van het gebouw. Alleen slaat de website de plank enigszins mis waar er sprake is van ‘een plek waar je kunt genieten van lekker eten en drinken zoals dat ruim 800 jaar geleden ook al gebeurde’. Genieten en lekker eten? Dat is meer iets van de twintigste en een-en-twintigste eeuw, en al helemaal voor het klootjesvolk zoals we hier bij elkaar zitten. Anno 1219 mocht je als gemiddelde pelgrim al blij zijn met een nap brij of pap en een homp gerstebrood, of een maaltijdsoepje van knolgroenten en kool. Als je al niet op een vastendag arriveerde – en ook daarvan waren er nogal wat in het hart van de middeleeuwen.’

Gelukkig neemt De Pelgrim zijn eigen marketingtekstje niet al te letterlijk. Mijn eerste gerecht, de Hemelse mosterdsoep – waarin vermoedelijk minstens één product van de benedenburen is verwerkt - is in ieder geval helemaal van nu, erg lekker en goed op smaak. Kunnen ze in Doesburg nog een puntje aan zuigen. Nog minder (Europees-)middeleeuws is de Vietnamese Pho voor P. Een soep, volgens het menu met als hoofdingrediënten rijstnoedels en rundvlees, en verder koriander, Thaise basilicum, taugé, bosui en rode peper. Wat P. betreft mag dat laatste ingrediënt met hoofdletters vooraan in dit lijstje komen te staan. Qua heet eten toch wel wat gewend, slaan hem na één hap de vlammen uit en komt de stoom uit zijn oren. Met overlopende traanbuizen en een lopende neus, werkt hij zich hoestend en proestend door de goedgevulde kom soep heen, waarbij, wonderlijke genoeg, de delicate oosterse smaken overeind blijven. Een heftig begin van de maaltijd…

Mijn tweede gerechtje is de Gebrande zeebaars met hollandaisesaus en gegrilde bimi. Fijn gebrand visje. Gebrand? Ja, zeebaars kun je met een simpele brander heel makkelijk en mooi garen met een smaakvol resultaat. De hollandaisesaus is lekker, maar een tikkie aan de dikke kant, de bimi is al dente gegrild. P. heeft de Gegrilde octopus met gerookte paprikahummus en chimichurri. De octopus is mals, maar met precies de goed bite en de hummus is dankzij de gerookte paprika bijzonder en erg lekker. Alleen de chimichurri - een saus/marinade/dressing op basis van olie en azijn met veel (pittige) kruiden, bedacht in de Argentijnse en Uruguayaanse (vlees)keukens - vindt hij wat aan de zure kant. De frietjes die we bij dit gerecht hebben gevraagd zijn mooi knapperig gefrituurd in vers vet.

De Merlot die P. drinkt (ik ben vanavond weer eens met de auto), is een zeer drinkbare allemansvriend en smaakt dus goed bij de verschillende gerechten.

Onze derde gerechtjes zijn opgebouwd rond een stukje vlees. Voor mij de Rendang van wild, atjar en krokant van cassave. Heerlijk, zoals Rendang smaken moet. Lekker, goed gekruid mals vlees, mooie atjar en de krokant van cassave maakt het gerechtje helemaal af. Alleen het wild proef je er niet doorheen, dat had dus voor hetzelfde geld rundvlees kunnen zijn. P. heeft na zijn Vietnamese en mediterrane uitstapjes gekozen voor Hollands eten: Biologische (dat dan weer wel) kogelbiefstuk, een glace van rode wijn en schorseneren. Niks op aan te merken, biefstuk zoals gevraagd rare gebakken, wijnsaus met diepgang en schorseneren; alsof er een engeltje… Vurrukkuluk thuiskomen. Zoiets. Jammer dat de frietjes al op zijn.

Terwijl de zeer attente gastheer heel relaxed het inmiddels halfvolle restaurant bedient, zijn wij al weer toe aan het dessert. Voor mij de Chocoladetaart met vanille-ijs en slagroom. De chocoladetaart is zacht, zalvend en rijk, het vanille-ijs gewoon lekker. Een dessert om je bord bij schoon te likken. Maar als je wilt kun je er natuurlijk gewoon nog eentje bestellen.
P. heeft de Eton Mess besteld. Toevallig heeft hij dat een paar weken geleden nog voor mij en mijn geliefde A. gemaakt. In de variant: frambozencoulis (met een scheut frambozenlikeur en een scheutje rozenwater), verbrokkelde meringues, geklopte slagroom en verse frambozen. Dat allemaal voorzichtig dooreen gehusseld. Zoet en machtig, maar erg lekker. De Eton Mess van De Pelgrim bestaat uit merengue, fruit, slagroom en yoghurt. Het ziet er fantastisch uit (jammer dat we de hele avond vergeten zijn foto’s van de gerechten te maken) en het smaakt verrukkelijk. Tenminste dat vind ik. P. vindt het zeker niet onsmakelijk, maar met die toevoeging van yoghurt en veel fruit toch een beetje een watjesvariant van ‘zijn’ toetje. Typisch gevalletje van smaken verschillen!.

Ik reken af. 68 Euro voor het eten en 15 voor de drankjes. Een prima prijs voor een heerlijk avondje. We lopen nog wat nakibbelend over de beste en meest duurzame Eton Mess naar café Biessels voor een kop koffie en het noteren van de aantekeningen voor deze eetervaring.

Wij hebben heerlijk gegeten en komen zeker nog eens terug. Als we de rekening bekijken valt op dat de oude jenever er niet opstaat (met dank van P.) De karaf water evenmin. Over al dan niet gratis water in de horeca valt een compleet artikel te schrijven; misschien doen we dat nog eens. We gaan in ieder geval zeer binnenkort weer eens een ‘nieuw’ restaurant in Nijmegen bezoeken.

Naschrift: als we dit verhaal aan de computer toevertrouwen, lezen we in de online-Gelderlander dat De Pelgrim (na nog geen jaar!) is verkocht aan de eigenaar van dat andere restaurant in de Commanderie van St. Jan: De Hemel. Nu maar hopen dat hij niet gaat rommelen met de superbe kwaliteit van De Pelgrim. Wij houden ons hart een beetje vast…
 

Kees Oostindie culinaire dienstverlening ¦ 024 329 5911 / 06 4229 6889 ¦ info@keesoostindie.nl ¦ KvK 09120662 ¦ BTW NL 8215.17.715.B01